+ + Oude Testament + Deuterocanonieke boeken + Nieuwe Testament
Filippenzen
1 2 3 4 42 %
Filip. 2
2:5 Weest 1) vervuld waar ook Christus Jezus van vervuld was.
6 Hij was gestalte van God
maar heeft het niet als een voorrecht gekoesterd,
aan God gelijk te zijn
7 maar heeft er afstand van gedaan,
nam slaafgestalte aan;
hij was een mens gelijk
en in houding een mens gebleken
8 vernederde hij zichzelf
onderworpen geworden totterdood
de dood van het kruis.
9 Daarom ook heeft God hem verhoogd
en heeft hem de naam gegeven
die boven elke naam is.
10 Opdat bij de naam van Jezus
elke knie zou buigen,
in de hemelen, op aarde en onder de aarde
11 en elke tong zou belijden:
Heer (is) Jezus Christus
tot eer van God de vader.

1vertaling van Jaap Goorhuis